Selecteer een pagina
Vandaag weer heerlijk gewandeld in het bos. Een moment om even tot mezelf te komen en even de boel  de boel te laten. Het bos ziet er inmiddels weer kaal en verstilt uit. De meeste bladeren zijn van de bomen en alles lijkt wat doods en somber. De inmiddels dorre en bruin geworden bladeren liggen op de grond en ik stap er met een rustige gang bovenop. Voor me zie ik een bruin tapijt van vergane glorie. Mos groeit welig op de boomstronken en de laatste bladeren ritselen zachtjes aan de takken van de bomen. Alles ziet er wat somber uit. Levenloos. De natuur heeft zich tijdelijk teruggetrokken in zichzelf, om zo tot rust te komen. Om nieuwe krachten op te doen en zich voor te bereiden op nieuw leven. Het trekt zich terug. Vertraagt en verstilt. Precies wat wij mensen ook nodig hebben. De natuur is ons voorbeeld in alles. Ook wij hebben deze rust en verstilling nodig. Om tot de ware kern van ons Zelf te komen. Om te overdenken wat we los mogen laten. Het oude wat ons niet langer dient of wat onze levenskracht verzwakt, los te laten. Net zoals de boom het blad laat vallen om te kunnen overleven. Het is nodig om het stil te maken in onszelf. Ons terug te trekken en ons laten leiden door wat in ons is. Om het licht in onszelf te ontsteken en om daar de wijsheid, de rust en de kracht te vinden die ook ons weer nieuwe levensstromen geeft.